Potosi
Door: Monique
Blijf op de hoogte en volg Ton, Monique
16 Januari 2011 | Bolivia, Potosí
We hadden wel een beetje haast, want we wilde graag de zilvermijnen bezoeken en op zondag zijn er geen mijnwerkers aanwezig en maandagochtend gaan we al weer op tijd weg, we moesten dus de tour hebben van 14:00 uur en dat moest nog geregeld worden in Potosi. Geen probleem, vertelde Ebo, dat kan allemaal makkelijk. Voordat de taxi arriveerde bij het appartement heeft Ebo ons nog even wat geschiedenisles gegeven over Sucre en Potosi, tijdens de koloniale tijd de rijkste steden van Bolivia, vanwege het zilver. Ook heeft hij ons van alles verteld over wat we onderweg te zien zouden krijgen. Het was een prachtige rit naar Potosi, we kwamen langs een brede rivier de Quirpinchaca, die uiteindelijk in Brazilië uitkomt, maar ook deze rivier was bijna helemaal droog. In 1900 is er een prachtige hangbrug overheen gebouwd die we natuurlijk even gefotografeerd hebben. Verder klommen we heel hoog de Andes in tot we op de hoogvlakte kwamen. Ik blijf dat toch zoiets vreemds vinden, het is dan net of je in de polder rijdt, alleen wel op 3500 mtr. hoogte, dat zie je niet, om je heen is alles gewoon vlak. Als je even uit de auto stapt merk je het trouwens wel direct, de lucht is heel ijl en je loop al snel te hijgen alsof je een hartprobleem hebt.
Potosi zelf ligt op 4070 mtr. hoogte en is een leuk stadje. Eigenlijk veel leuker als dat we dachten, het is natuurlijk heel koloniaal met allemaal houten balkonnetjes en leuke pleinen. We zitten in een echt oud koloniaal hostel, we hebben bij de kamer ook zo'n leuk balkonnetje, al durven we er niet met z'n tweeën op te staan want zo stevig ziet het er ook niet uit. Om de kamerdeur open of dicht te krijgen moeten we op ons knieën om de sleutel er goed in te krijgen (die kleine Spanjaardjes), verder is alles van hout en hebben we denk ik de bruid-suite want er staat een kolossaal bed in waar we een kompas nodig hebben om elkaar weer te kunnen vinden.
's Middags zijn we de naar de mijnen gegaan, we werden opgehaald door een boliviaanse schone, bijna zonder voortanden die een veel kleiner formaat was dan ik, wat mij wel handig leek want het zou erg krap worden in die mijnschachten. Ze was wel wat ronder, dat stelde enigszins gerust. Onderweg pikte we nog een Engelse jongen op, Mike, die zich hevig zorgen maakte of dit wel wat voor hem was omdat hij licht claustrofobisch is, maar met de belofte dat we op hem zouden letten ging ook hij met goede moed mee. Verder ging er nog een heel gemengd elftal Argentijnen mee. Nu wist ik niet dat Argentijnen door de Zuid-Amerikanen als zeer arrogant gezien worden, onze gids had hier dus helemaal geen zin in en koppelde die groep aan een collega en kregen wij als groepje van 5 een engels talige rondleiding. We kregen regen-jas, -broek en -laarzen aan, een helm op ons hoofd en een accu op ons rug voor het lampje op de helm. Daar gingen we, onderweg moesten we nog iets kopen voor de mijnwerkers: een fles frisdrank, coca-bladeren en wij deden er nog wat sigaretten bij. Toen waren we er helemaal klaar voor met twee busjes werden we tot de mijnschacht gebracht en dan ging het avontuur beginnen. Met z'n allen, want die Argentijnen liepen voor ons, de donkere nauwe tunnel in, het eerste stuk ging nog wel al was ik blij dat ik die helm ophad want ik stootte echt wel 100 keer mijn hoofd, constant moesten we gebukt lopen soms diep door onze knieën dan weer half gebukt, pfffff, mijn rug!! Toen op handen en knieën door een krappe mijnschacht, ploeterend door de losse steentjes het viel niet mee....maar daar kwamen we bij de Supay, een groot beeld van klei die wat lijkt op een duivel en iedere vrijdagavond door de mijnwerkers wordt geëerd, volgens het geloof kan de hel niet ver zijn van de plek waar de mijnwerkers de mineralen vandaan halen en ze zijn goedwillendheid en bescherming graag willen behouden krijgt hij brandende sigaretten in zijn mond, cocabladeren voor zijn voeten en alcohol op zijn hoofd, voeten en benen gesprenkeld. Volgens het geloof is de aarde Patyamama en ook zij moet hierin geëerd worden dus heeft de duivel ook een hele grote penis die ook met alcohol besprengeld wordt ter ere van de vruchtbaarheid. En om Patyamama tevreden te houden ligt er tussen de benen van Supay een verdroogd baby-lamaatje waarmee ze willen zeggen, neem deze in plaats van ons. De rest van de coca en de alchol wordt ter plekke door de mijnwerkers zelf genomen en aangezien de alcohol 96% is hebben ze er snel te veel van, zullen we maar zeggen. Volgens de gids geeft de coca en de alcohol de extra kracht die ze nodig hebben, zij nam er dan ook gretig van. Wij mochten dit ritueel ook meedoen, Ton nam ook slokje alcohol en ineens had hij waterige oogjes en een vertrokken mond, hmmmmm geen mijnwerker ben ik bang....
Toen weer verder op weg, inmiddels werden de gangen nauwer en de temperatuur liep op naar 30 graden, toen kwamen we bij de mijnwerkers aan die aan het werk waren. Ik beloof hierbij plechtig dat ik nooit meer zal zeggen dat ik hard moet werken.....wat afzien is dit werk zeg! We moesten ons door een hele nauwe ingang naar beneden wurmen, door een gat om een mijnwerker te spreken die al 18 jaar bezig was en nog steeds hoopt op die ene ader, hij was een gat aan het hakken om het explosief in te zetten om een stukje verder te komen. Er gaat in een karretje ongeveer 2500 kilo steen en mineralen die door die tunnels geduwd moet worden. Leeg waren die karretjes al niet vooruit te krijgen, laat staan vol. Twee man moesten duwen en 1 liep voorop met een touw aan de kar te trekken, gebukt in een nauwe gang, wel op een railtje maar jongens..........zwaar dat dat was, ongelooflijk. De mijnwerkers werken door totdat ze nog maar de helft van hun longcapaciteit hebben, dan mogen ze stoppen....En dan te bedenken dat tijdens de koloniale tijd de spanjaarden hier zoveel zilver vandaan hebben gehaald dat de bolivianen geloven dat ze een zilveren brug konden maken van Zuid-Amerika naar Spanje en dan nog zilver over hielden. Tegenwoordig zit er bijna geen zilver meer in de berg maar wordt er nu voornamelijk tin, zink en ijzer uit de berg gehaald.De Argentijnen hadden trouwens Argentijnse flessen wijn voor ze meegenomen, dat werd zeer op prijs gesteld. 1 keer moesten we nog vluchten want toen kwam er net zo'n karretje aan, die jongens waren niet blij, maar de fles wijn maakte wel veel goed. Diep respect voor deze mensen, in zulke omstandigheden je brood moeten verdienen maakt ons stil.
Onze engelse vriend had inmiddels al 1 aanval van claustrofobie overwonnen, maar heeft zich kranig gedragen. De terugweg door de mijnschacht was pittig, het tempo zat er goed in en aangezien wij constant gebukt moesten lopen was ik blij dat ik eindelijk wat frisse lucht rook, al met al zijn we 2 1/2 uur in de mijn aanwezig geweest, wat een ervaring. Ik heb mooie foto's gemaakt wat een goeie indruk geeft van de omstandigheden daar.
Vanochtend hebben we lekker uitgeslapen en hebben we niet zoveel meer ondernomen. We skypen altijd met de kinderen op zondag en het is toch iedere keer weer heerlijk om hun stemmen te horen en dat het goed met ze gaat. De bus voor morgenochtend is geregeld naar Uyuni, daar zullen we 1 nacht verblijven en dinsdag vertrekken we dan naar de zoutvlaktes.
Veel groeten van ons
XXX
-
18 Januari 2011 - 19:33
Marja, Amstelveen:
Hallo Monique en Ton,
ben nu eerst maar eens jullie reisverslag gaan lezen. In een woord: GEWELDIG! De manier waarop je schrijft Monique, zie ik het helemaal voor mij. Wat goed dat je al op een motor daar bent gaan rijden over de "goede" wegen.
Wat fijn dat jullie al op de plaats zijn geweest waar Ton straks een aantal weken gaat helpen en dat het ook zo goed klikt met de mensen daar.
Ik zie nu al uit naar de volgende verslagen,geniet ervan!
Veel groetjes, Marja
P.S.: Hen vond het stoer van je Monique, dat je daar op de motor bent geklommen!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley